• Zorg voor voldoende zuurstof in de ruimte waar de houtkachel of haard staat. Houtkachels onttrekken zuurstof aan de ruimte. In goed geïsoleerde woningen moet men daarom rekening houden met de toevoer van zuurstof.
  • Witte of kleurloze rook is een goed teken. Hout verbrandt dan volledig in de houtkachel en heeft voldoende zuurstof. Grijze, grijsblauwe of zwarte rook wijst op onvolledige verbranding. Zorg dan voor meer luchttoevoer.
  • Vuur verbruikt veel zuurstof. Zorg voor goede luchtaanvoer, via ventilatieroosters of een open raam.
  • Open de luchtklep van de houtkachel geheel voor voldoende luchttoevoer om het vuur goed aan te krijgen
  • Laat ruimte tussen de verschillende blokken hout in de kachel zodat de zuurstof er goed tussen kan komen
  • Zorg voor droog, klein gekloofd hout met een vochtpercentage beneden de 20%.
  • Ontsteek het vuur met de Zwitserse methode. Plaats eerst de grote stukken hout en leg daarop de kleine stukjes aanmaakhout. Dit aanmaakhout steekt u aan. Deze methode zorgt er voor dat het vuur van bovenaf rustig begint te branden en dat de rookontwikkeling minimaal is.
  • Wanneer het vuur dooft, zorg er dan voor dat het snel weer een volledig vuur wordt. Niet volledig brandende vuren zorgen voor een onvolledige verbranding
  • Laat een laagje van as over in de houtkachel waar je het hout op kan leggen
  • Stook niet bij windstil of mistig weer om eventuele rookoverlast te voorkomen